An English Dutch Dictionary
English to Dutch
Dutch to English
whole word, sort by length
page 1 of 1 for "
aftrekken (trok af, heb afgetrokken)
"
Dutch
English
aftrekken (trok af, heb afgetrokken)
to deduct
to subtract
aftrekken (trok af, heb afgetrokken)
Dutch
aftrekken (trok af, heb afgetrokken)
part of speech
verb
English
to deduct
categories
werkwoord
aftrekken (trok af, heb afgetrokken)
Dutch
aftrekken (trok af, heb afgetrokken)
part of speech
verb
English
to subtract
categories
werkwoord
show all categories
Read the
help
about search options, verb conjugation tables, etc.
Search script and dictionary developed by
www.valley-trail.com
Compiled in the 21st century